Heerlijk was het om 's ochtends de Volkskrant uit de bus te halen en dan als eerste de column van Bril te lezen. Ik volgde zijn stukjes al sinds de Parooltijd. En ik las ook Evelien, in Vrij Nederland. Zijn columns kleurden mijn dag. De laatste week wist ik al hoe laat het was, toen steeds rechts onderin op de voorpagina verscheen: ‘Vandaag geen Martin Bril.'
Nu is het nooit meer Martin Bril. Ik moest huilen toen ik het ochtendblad in handen had. Voor het eerst in mijn leven heb ik online een condoleanceregister getekend, net als duizenden andere Nederlanders. Best een vreemde daad, want aan wie schrijf je dan eigenlijk? Aan andere rouwenden, of aan de familie? Ik heb geschreven dat Nederland niet meer hetzelfde zal zijn zonder Bril. De scherpte is weg. En de focus op details waar een ander overheen kijkt.
Geen ander kon Nederlandse taferelen zo mooi beschrijven als hij. Het nuttigen van een broodje haring bijvoorbeeld, of het passeren van de zoveelste rotonde in de Provincie. Met in het midden echte rotondekunst, gemaakt van gemeenschapsgeld. En niet te vergeten zijn stukjes over rokjesdag, de dag van de eerste blote benen met kippenvel. Met die term heeft hij onze taal verrijkt.
Het is een vreemde dag vandaag, zo zonder Bril. De zon wil maar niet doorbreken. En hoe moet het nu verder met Evelien? Troostende gedachte is dat deze man wel heeft gelééfd, dat is een ding dat zeker is. Al is het veel te kort, 49 jaar.